Lawaai – Op de Veluwe, pal naast een stiltegebied, komt mogelijk een oefenterrein voor Defensie. Nederland wordt sowieso steeds lawaaiiger. „Geluidsvervuiling is de next big thing.”
Ver boven de bomen klinkt een langgerekt, schril vogelgeluid: „Ieeee”. „Een wespendief”, zegt Marian Heezen, op de veranda van haar boshuis, midden op de Veluwe bij Beekbergen. „Luister eens goed”, zegt ze. „Koolmeesjes, en daar een roodborstje. Soms horen we hier het geknor en gebrom van zwijnen die ruzie maken met elkaar. En herten, die maken een blaffend geluid.” Je hoort hier inderdaad veel natuurgeluiden, maar Heezen maakt zich zorgen: precies deze plek is één van de acht kandidaat-gebieden voor een nieuw oefenterrein voor zware explosieven van Defensie. Nodig voor de landsverdediging, volgens het leger.
Ja, ze wil hier zelf graag blijven wonen natuurlijk, net als de andere acht huishoudens die in dit gebied wonen en gezamenlijk de actiegroep ‘Bos Bom Vrij!’ oprichtten. Maar de reden van hun protest is groter dan alleen de particuliere zorg om hun woonplek, benadrukt ze. Ook Natuurmonumenten en de omliggende gemeente Apeldoorn tekenden protest aan bij Defensie tegen de mogelijk nieuwe bestemming van precies dit stuk bos, een Natura 2000-gebied, een waterwingebied dat grenst aan een stiltegebied.
„We begrijpen dat het leger érgens moet oefenen”, zegt Heezen. „Niemand wil dit in zijn achtertuin. Ons huis is niet belangrijker dan andere huizen, dat snappen we. Maar we vragen ons af of Defensie wel echt zorgvuldig kijkt naar alle ethische en ecologische afwegingen.”
Áls hier geoefend gaat worden met bommen en granaten, verdwijnt er behalve leef- en wandelgebied voor mensen in elk geval weer een stukje stilte uit de Nederlandse natuur. En die raakt al steeds verder in de verdrukking. Er is sprake van een oplaaiende strijd om de ruimte, van wonen en industrie tot windmolens, en dus ook nieuwe oefenlocaties voor het leger.
Geluidsvervuiling next big thing
De afwezigheid van kabaal is niet alleen fijn en rustgevend voor mensen, maar ook cruciaal voor ecosystemen, blijkt de laatste jaren steeds duidelijker. „Geluidsvervuiling is in de ecologie de next big thing”, zegt Hans Van Dyck, die als hoogleraar dierengedrag aan de Belgische universiteit van Louvain-la-Neuve onderzoek doet naar de leefwereld van vogels, vlinders, sprinkhanen en andere dieren. „Allerlei soorten jagen met geluid, gebruiken het om partners te vinden, om territoria af te bakenen, om te communiceren.”
Geluid is volgens Van Dyck één van de belangrijkste manieren waarmee dieren hun eigen „Umwelt” beleven: hun unieke zintuiglijke ervaring van de wereld om zich heen. Ook bestuivende dieren zoals bijen en vleermuizen gebruiken op diverse manieren geluiden. „Behalve het landschap is ook de soundscape van een gebied belangrijk.”
Hans Slabbekoorn, hoogleraar akoestische ecologie aan de Universiteit Leiden, ziet in veel milieudiscussies nog een blinde (of dove?) vlek voor zijn onderzoeksonderwerp: „We moeten beter beseffen hoe belangrijk geluid in de natuur is: de natuur zit vol met allerlei soorten oren.” Uit eerder onderzoek van Slabbekoorn bleek bijvoorbeeld dat koolmezen in lawaaierig stedelijk gebied noodgedwongen zingen op een andere, hogere, frequentie, waardoor die beter boven het stadsgeluid uitkomt, maar die minder geschikt is voor het aantrekken van partners. „Het is niet voor niets dat ze van nature lager zingen”, zegt hij. Ook koolmezenvrouwtjes vinden bij mannetjes een donkere stem mooier dan een piepstem. Hoger gezang leidt waarschijnlijk tot minder nakomelingen.
Soms verdwijnen diersoorten helemaal uit lawaaiige gebieden, en dat werkt weer door op het hele ecosysteem, zegt Slabbekoorn. „Neem eksters en Vlaamse gaaien, die jagen met behulp van geluid op bedelende jongen van diverse zangvogels.” Als ze die geluiden niet of lastiger horen, vinden zij minder voedsel en overleven er meer zangvogels. Gaaien graven ook zaden in als wintervoorraad. Als er minder gaaien zijn, neemt zo ook de verspreiding van boomzaden dus af, en kunnen er dus indirect door lawaai minder jonge bomen komen, die op hun beurt weer minder andere dieren kunnen voeden en herbergen, en zo verder.
En lawaai leidt ook directer tot dierenleed, vond Slabbekoorn bij onderzoek op Schiphol. In de buurt van de start- en landingsbanen heb je plekken in de buurt van de start- en landingsbanen waar het lawaai elke drie minuten tot boven de 100 decibel aanzwelt. Aan het gezang van de schaarse vogels die nog wél rondom de landingsbanen leven, zag Slabbekoorns onderzoeksteam aan het afwijkende frequentiegebruik in hun gezang, dat zij waarschijnlijk gedeeltelijk doof zijn. Ook waren de vogels, agressiever dan vogels in stillere gebieden in de buurt. Afwijkende zang en meer agressie hangen waarschijnlijk samen met meer stress en mindere voortplanting.
Dát lawaai effect heeft op de gezondheid van dieren en ecosystemen hoeft niet verrassend te zijn. Over geluid van wegverkeer is bijvoorbeeld al veel langer bekend dat dat gevaarlijk is voor mensen, vooral door stress en hart- en vaatziekten. Ongeveer 84 hartaanvallen per jaar worden in Nederland veroorzaakt door geluidshinder van wegverkeer alléén, volgens het RIVM. Omgevingslawaai kan volgens het Europees Milieuagentschap (EMA) uiteenlopende gezondheidseffecten hebben, „zoals geprikkeldheid, slaapstoornissen, negatieve gevolgen voor het hart- en bloedvatenstelsel of de stofwisseling en cognitieve functiestoornissen”. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) noemt geluidsoverlast het „grootste gezondheidsrisico in het milieu na fijnstof”. Dat geldt dus ook voor andere dieren dan wijzelf.
En andersom is het ook zo dat het kunnen horen van natuurlijke geluiden juist gezond is. Uit diverse studies blijkt bijvoorbeeld dat mensen minder angst en stress ervaren als ze naar vogelgeluiden luisteren. Stilte kan de bloeddruk omlaag brengen en concentratie verbeteren. „De gezondheid van de natuur is nauw verbonden met de gezondheid van mensen”, zegt Hans Slabbekoorn. „Er is gelukkig steeds meer aandacht voor dat principe: One health.”
Geraas van de A50
Tussen het gezang van koolmezen en het gezoem van insecten klinkt op deze warme zomerdag op de Veluwe ook duidelijk het geraas van de nabijgelegen A50. En er vliegt af en toe een vliegtuig over, hoog maar hoorbaar. „Soms moet je wel door het geruis heen luisteren om de stilte te horen hier, ja”, zegt Marian Heezen tijdens een boswandeling rondom haar boshuis. Bovendien ligt hier op de Veluwe, twaalf kilometer verderop, al een ander militair oefenterrein, de Harskamp. Daar wordt regelmatig geoefend met munitie en helikopters. „Ja, dat kun je hier horen, en ik merk het dan bijvoorbeeld aan onze hond die niet naar buiten durft”, zegt Heezen.
Écht stil is het in Nederland nergens meer, hier dus ook niet. Dat roept de vraag op: is het dan wel zo erg om hier een extra oefenterrein aan te leggen? Dagelijkse oefeningen met zware munitie zijn weliswaar andere koek dan de gedempte knalgeluiden van kilometers verderop en het achtergrondgeruis van verkeer. Maar de keerzijde is dat op veel Defensie-terreinen óók vaak bijzondere natuur voorkomt.
„Wat betreft biodiversiteit is de Harskamp een opvallend rijk gebied, juist omdat er door de militaire oefeningen veel minder recreanten komen”, zegt vogelecoloog Karen Krijgsveld, zij doet onderzoek naar de effecten van natuurverstoring aan Wageningen University & Research. Er groeit onder meer bijzonder kruikmos en ook leeft de kleine wrattenbijter er, een zeldzame sprinkhaansoort. Krijgsveld wijst ook op onderzoek dat is gedaan bij een ander oefenterrein, de Vliehors op Vlieland. Daar oefent het leger met bommen, en er vliegen straaljagers. „Als daar een bomoefening is, vliegen alle vogels in de wijde omgeving op”, zegt Krijgsveld. „Maar die zijn zo infrequent dat het effect op vogelstanden beperkt is.”
Ook zien onderzoekers daar dat de straaljageroefeningen een vast patroon en een vaste route volgen. „Daardoor is de voorspelbaarheid groot en raken dieren eraan gewend”, zegt Krijgsveld.
Bovendien hebben die oefeningen een verrassend positief bijeffect: omdat er geen mensen op de Vliehors wandelen en fietsen, en omdat er geen vakantiehuisjes zijn, is de recreatiedruk op dieren veel lager dan elders. Het verstorende effect van die straaljagers blijkt daar kleiner dan het effect van toeristen die op zo’n strandplaat wandelen, zegt Krijgsveld. Het is hoe dan ook een complexe afweging tussen verschillende menselijke en ecologische belangen, en de verschillende soorten verstoring die er hoe dan ook optreden in een druk land als Nederland, benadrukt ze: „Het hoeft niet per se zo te zijn dat legeroefeningen slechter zijn dan andere menselijke activiteiten.” De impact hangt onder meer sterk af van de frequentie en geluidsniveaus van de oefeningen.
Het ministerie van Defensie kan daar nog niet veel over kwijt, net zomin als over de definitieve locatie van het nieuwe oefenterrein. Onder de alternatieven zijn ook andere Natura 2000-gebieden, en ook daar komen omwonenden in protest. Een onderzoek naar de omgevings- en milieueffecten op de diverse kandidaatlocaties loopt nog, waarschijnlijk neemt het kabinet begin volgend jaar een beslissing, volgens een woordvoerder. Geluid is één van de vele aspecten die worden meegewogen.
Op het stukje Veluwe bij Beekbergen is op deze doordeweekse zomerdag overigens vrij weinig te merken van recreatiedruk of lawaaiige wandelaars. Af en toe loopt er een gezin rustig voorbij, verder is er niemand. Het zoemt, zingt en fladdert er vooral.
Aangekomen bij een bankje op een zandheuvel die uitkijkt over de al voorzichtig opbloeiende heide wordt Marian Heezen even een paar minuten stil. Daarna zucht ze: „Die rust. Die dóét toch wat met je?”
1 Comment
[Archive](https://archive.ph/V0NLb)
Hoe de stilte uit de Nederlandse natuur verdwijnt
Lawaai – Op de Veluwe, pal naast een stiltegebied, komt mogelijk een oefenterrein voor Defensie. Nederland wordt sowieso steeds lawaaiiger. „Geluidsvervuiling is de next big thing.”
Ver boven de bomen klinkt een langgerekt, schril vogelgeluid: „Ieeee”. „Een wespendief”, zegt Marian Heezen, op de veranda van haar boshuis, midden op de Veluwe bij Beekbergen. „Luister eens goed”, zegt ze. „Koolmeesjes, en daar een roodborstje. Soms horen we hier het geknor en gebrom van zwijnen die ruzie maken met elkaar. En herten, die maken een blaffend geluid.” Je hoort hier inderdaad veel natuurgeluiden, maar Heezen maakt zich zorgen: precies deze plek is één van de acht kandidaat-gebieden voor een nieuw oefenterrein voor zware explosieven van Defensie. Nodig voor de landsverdediging, volgens het leger.
Ja, ze wil hier zelf graag blijven wonen natuurlijk, net als de andere acht huishoudens die in dit gebied wonen en gezamenlijk de actiegroep ‘Bos Bom Vrij!’ oprichtten. Maar de reden van hun protest is groter dan alleen de particuliere zorg om hun woonplek, benadrukt ze. Ook Natuurmonumenten en de omliggende gemeente Apeldoorn tekenden protest aan bij Defensie tegen de mogelijk nieuwe bestemming van precies dit stuk bos, een Natura 2000-gebied, een waterwingebied dat grenst aan een stiltegebied.
„We begrijpen dat het leger érgens moet oefenen”, zegt Heezen. „Niemand wil dit in zijn achtertuin. Ons huis is niet belangrijker dan andere huizen, dat snappen we. Maar we vragen ons af of Defensie wel echt zorgvuldig kijkt naar alle ethische en ecologische afwegingen.”
Áls hier geoefend gaat worden met bommen en granaten, verdwijnt er behalve leef- en wandelgebied voor mensen in elk geval weer een stukje stilte uit de Nederlandse natuur. En die raakt al steeds verder in de verdrukking. Er is sprake van een oplaaiende strijd om de ruimte, van wonen en industrie tot windmolens, en dus ook nieuwe oefenlocaties voor het leger.
Geluidsvervuiling next big thing
De afwezigheid van kabaal is niet alleen fijn en rustgevend voor mensen, maar ook cruciaal voor ecosystemen, blijkt de laatste jaren steeds duidelijker. „Geluidsvervuiling is in de ecologie de next big thing”, zegt Hans Van Dyck, die als hoogleraar dierengedrag aan de Belgische universiteit van Louvain-la-Neuve onderzoek doet naar de leefwereld van vogels, vlinders, sprinkhanen en andere dieren. „Allerlei soorten jagen met geluid, gebruiken het om partners te vinden, om territoria af te bakenen, om te communiceren.”
Geluid is volgens Van Dyck één van de belangrijkste manieren waarmee dieren hun eigen „Umwelt” beleven: hun unieke zintuiglijke ervaring van de wereld om zich heen. Ook bestuivende dieren zoals bijen en vleermuizen gebruiken op diverse manieren geluiden. „Behalve het landschap is ook de soundscape van een gebied belangrijk.”
Hans Slabbekoorn, hoogleraar akoestische ecologie aan de Universiteit Leiden, ziet in veel milieudiscussies nog een blinde (of dove?) vlek voor zijn onderzoeksonderwerp: „We moeten beter beseffen hoe belangrijk geluid in de natuur is: de natuur zit vol met allerlei soorten oren.” Uit eerder onderzoek van Slabbekoorn bleek bijvoorbeeld dat koolmezen in lawaaierig stedelijk gebied noodgedwongen zingen op een andere, hogere, frequentie, waardoor die beter boven het stadsgeluid uitkomt, maar die minder geschikt is voor het aantrekken van partners. „Het is niet voor niets dat ze van nature lager zingen”, zegt hij. Ook koolmezenvrouwtjes vinden bij mannetjes een donkere stem mooier dan een piepstem. Hoger gezang leidt waarschijnlijk tot minder nakomelingen.
Soms verdwijnen diersoorten helemaal uit lawaaiige gebieden, en dat werkt weer door op het hele ecosysteem, zegt Slabbekoorn. „Neem eksters en Vlaamse gaaien, die jagen met behulp van geluid op bedelende jongen van diverse zangvogels.” Als ze die geluiden niet of lastiger horen, vinden zij minder voedsel en overleven er meer zangvogels. Gaaien graven ook zaden in als wintervoorraad. Als er minder gaaien zijn, neemt zo ook de verspreiding van boomzaden dus af, en kunnen er dus indirect door lawaai minder jonge bomen komen, die op hun beurt weer minder andere dieren kunnen voeden en herbergen, en zo verder.
En lawaai leidt ook directer tot dierenleed, vond Slabbekoorn bij onderzoek op Schiphol. In de buurt van de start- en landingsbanen heb je plekken in de buurt van de start- en landingsbanen waar het lawaai elke drie minuten tot boven de 100 decibel aanzwelt. Aan het gezang van de schaarse vogels die nog wél rondom de landingsbanen leven, zag Slabbekoorns onderzoeksteam aan het afwijkende frequentiegebruik in hun gezang, dat zij waarschijnlijk gedeeltelijk doof zijn. Ook waren de vogels, agressiever dan vogels in stillere gebieden in de buurt. Afwijkende zang en meer agressie hangen waarschijnlijk samen met meer stress en mindere voortplanting.
Dát lawaai effect heeft op de gezondheid van dieren en ecosystemen hoeft niet verrassend te zijn. Over geluid van wegverkeer is bijvoorbeeld al veel langer bekend dat dat gevaarlijk is voor mensen, vooral door stress en hart- en vaatziekten. Ongeveer 84 hartaanvallen per jaar worden in Nederland veroorzaakt door geluidshinder van wegverkeer alléén, volgens het RIVM. Omgevingslawaai kan volgens het Europees Milieuagentschap (EMA) uiteenlopende gezondheidseffecten hebben, „zoals geprikkeldheid, slaapstoornissen, negatieve gevolgen voor het hart- en bloedvatenstelsel of de stofwisseling en cognitieve functiestoornissen”. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) noemt geluidsoverlast het „grootste gezondheidsrisico in het milieu na fijnstof”. Dat geldt dus ook voor andere dieren dan wijzelf.
En andersom is het ook zo dat het kunnen horen van natuurlijke geluiden juist gezond is. Uit diverse studies blijkt bijvoorbeeld dat mensen minder angst en stress ervaren als ze naar vogelgeluiden luisteren. Stilte kan de bloeddruk omlaag brengen en concentratie verbeteren. „De gezondheid van de natuur is nauw verbonden met de gezondheid van mensen”, zegt Hans Slabbekoorn. „Er is gelukkig steeds meer aandacht voor dat principe: One health.”
Geraas van de A50
Tussen het gezang van koolmezen en het gezoem van insecten klinkt op deze warme zomerdag op de Veluwe ook duidelijk het geraas van de nabijgelegen A50. En er vliegt af en toe een vliegtuig over, hoog maar hoorbaar. „Soms moet je wel door het geruis heen luisteren om de stilte te horen hier, ja”, zegt Marian Heezen tijdens een boswandeling rondom haar boshuis. Bovendien ligt hier op de Veluwe, twaalf kilometer verderop, al een ander militair oefenterrein, de Harskamp. Daar wordt regelmatig geoefend met munitie en helikopters. „Ja, dat kun je hier horen, en ik merk het dan bijvoorbeeld aan onze hond die niet naar buiten durft”, zegt Heezen.
Écht stil is het in Nederland nergens meer, hier dus ook niet. Dat roept de vraag op: is het dan wel zo erg om hier een extra oefenterrein aan te leggen? Dagelijkse oefeningen met zware munitie zijn weliswaar andere koek dan de gedempte knalgeluiden van kilometers verderop en het achtergrondgeruis van verkeer. Maar de keerzijde is dat op veel Defensie-terreinen óók vaak bijzondere natuur voorkomt.
„Wat betreft biodiversiteit is de Harskamp een opvallend rijk gebied, juist omdat er door de militaire oefeningen veel minder recreanten komen”, zegt vogelecoloog Karen Krijgsveld, zij doet onderzoek naar de effecten van natuurverstoring aan Wageningen University & Research. Er groeit onder meer bijzonder kruikmos en ook leeft de kleine wrattenbijter er, een zeldzame sprinkhaansoort. Krijgsveld wijst ook op onderzoek dat is gedaan bij een ander oefenterrein, de Vliehors op Vlieland. Daar oefent het leger met bommen, en er vliegen straaljagers. „Als daar een bomoefening is, vliegen alle vogels in de wijde omgeving op”, zegt Krijgsveld. „Maar die zijn zo infrequent dat het effect op vogelstanden beperkt is.”
Ook zien onderzoekers daar dat de straaljageroefeningen een vast patroon en een vaste route volgen. „Daardoor is de voorspelbaarheid groot en raken dieren eraan gewend”, zegt Krijgsveld.
Bovendien hebben die oefeningen een verrassend positief bijeffect: omdat er geen mensen op de Vliehors wandelen en fietsen, en omdat er geen vakantiehuisjes zijn, is de recreatiedruk op dieren veel lager dan elders. Het verstorende effect van die straaljagers blijkt daar kleiner dan het effect van toeristen die op zo’n strandplaat wandelen, zegt Krijgsveld. Het is hoe dan ook een complexe afweging tussen verschillende menselijke en ecologische belangen, en de verschillende soorten verstoring die er hoe dan ook optreden in een druk land als Nederland, benadrukt ze: „Het hoeft niet per se zo te zijn dat legeroefeningen slechter zijn dan andere menselijke activiteiten.” De impact hangt onder meer sterk af van de frequentie en geluidsniveaus van de oefeningen.
Het ministerie van Defensie kan daar nog niet veel over kwijt, net zomin als over de definitieve locatie van het nieuwe oefenterrein. Onder de alternatieven zijn ook andere Natura 2000-gebieden, en ook daar komen omwonenden in protest. Een onderzoek naar de omgevings- en milieueffecten op de diverse kandidaatlocaties loopt nog, waarschijnlijk neemt het kabinet begin volgend jaar een beslissing, volgens een woordvoerder. Geluid is één van de vele aspecten die worden meegewogen.
Op het stukje Veluwe bij Beekbergen is op deze doordeweekse zomerdag overigens vrij weinig te merken van recreatiedruk of lawaaiige wandelaars. Af en toe loopt er een gezin rustig voorbij, verder is er niemand. Het zoemt, zingt en fladdert er vooral.
Aangekomen bij een bankje op een zandheuvel die uitkijkt over de al voorzichtig opbloeiende heide wordt Marian Heezen even een paar minuten stil. Daarna zucht ze: „Die rust. Die dóét toch wat met je?”