Il Consiglio di Stato vuole che il gabinetto spieghi perché il PVV ha un solo membro: Joop – BNNVARA

https://www.bnnvara.nl/joop/artikelen/raad-van-state-wil-dat-kabinet-uitlegt-waarom-pvv-maar-een-lid-heeft

di eprillios

3 Comments

  1. UnanimousStargazer on

    Uit het advies:

    > b. Interne inrichting van partijen

    > De Afdeling constateert dat de voorgestelde verplichtingen voor partijen over de interne organisatie terughoudend zijn geformuleerd. Aan deze inrichting worden in het wetsvoorstel geen inhoudelijke eisen gesteld. Partijen moeten enkel transparant zijn over hoe de interne organisatie is ingericht. Voor het overige worden bovenop de voor rechtspersonen geldende regels in het BW geen aanvullende regels gesteld. (zie noot 50)

    > De vraag is hoe de voorgestelde regeling op dit punt in lijn is met wat de regering voor ogen staat. Blijkens de toelichting dienen politieke partijen volgens de regering in essentie ledenorganisaties te zijn waarbij de leden reële invloed moeten kunnen hebben op de inhoud van het partijprogramma, de samenstelling van het partijbestuur en de samenstelling van kandidatenlijsten voor verkiezingen van vertegenwoordigende organen. Maatschappelijke verbondenheid en draagvlak van politieke partijen komen tot uitdrukking door een breed partijlidmaatschap en niet door uitsluitend contact met de achterban te houden met andere middelen zoals sociale media, aldus de regering. (zie noot 51)

    > Bovenstaand regeringsstandpunt doet de vraag rijzen of het gekozen middel toereikend is om het beoogde doel te bereiken. Het is niet evident dat transparantieverplichtingen met betrekking tot de interne organisatie er daadwerkelijk voor zullen zorgen dat partijen zich democratisch zullen organiseren of dat kiezers via hun stem partijen daartoe zullen bewegen. (zie noot 52) Bovendien worden ook op dit moment al, zij het beperkt, inhoudelijke eisen gesteld. Zoals hiervoor beschreven, is aan vermelding van de naam van de partij op het stembiljet de voorwaarde verbonden dat een partij een vereniging moet zijn met volledige rechtsbevoegdheid. Voor het verkrijgen van subsidie moet een politieke partijen minimaal 1000 betalende leden hebben. Tegen deze achtergrond gaat de toelichting gelet op het beoogde doel nog onvoldoende in op de meerwaarde van de voorgeschreven transparantieverplichtingen. Een nadere motivering acht de Afdeling dan ook op zijn plaats.

    > Hierbij moet ook de vraag worden betrokken waarom met het oog op het bevorderen van de weerbare democratie niet gekozen is voor verdergaande eisen aan de interne democratie binnen partijen. Betoogd wordt wel dat zonder eisen aan de interne inrichting van partijen, de mogelijkheid bestaat dat politieke partijen de impliciete verwachting niet kunnen waarmaken dat politieke partijen steunen op maatschappelijke verbondenheid en deze ook bevorderen. (zie noot 53) Een partij die open staat voor leden en hun inbreng helpt de partij in die visie haar functies beter te vervullen, (zie noot 54) bijvoorbeeld door de zeggenschap van partijleden te waarborgen bij de vaststelling van de kandidatenlijst en van het partijprogramma. (zie noot 55) Meer Europese landen hebben sinds de Tweede Wereldoorlog een wettelijke regeling getroffen ten aanzien van politieke partijen en in dat kader aanvullende eisen gesteld aan de interne inrichting van partijen. (zie noot 56)

    > De Afdeling realiseert zich dat over de hiervoor genoemde wettelijke eisen, die verder gaan dan enkel transparantieverplichtingen, verschillend wordt gedacht. (zie noot 57) Aan regulering van de interne inrichting zijn ook nadelen verbonden. Zo vormen inhoudelijke organisatorische eisen een verdere inperking van de grondwettelijke verenigingsvrijheid. Die kunnen onder omstandigheden een belemmering zijn voor partijen om hun inrichting aan te passen aan veranderde omstandigheden. Dat geldt in het bijzonder voor veranderde inzichten over vormen van betrokkenheid van partijleden, en mogelijk ook van sympathisanten van buiten de partij, bij de samenstelling van verkiezingsprogramma’s en kandidatenlijsten. (zie noot 58) Gelet op de doelstellingen van het wetsvoorstel, is echter een grondigere afweging van de voor- en nadelen van verdergaande maatregelen dan nu worden voorgesteld noodzakelijk.

    https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/oktober/advies-wet-op-de-politieke-partijen/

    Ik vind het argument van de RvS voor wat betreft de nadelen niet erg overtuigend, want de stelling lijkt te zijn dat strengere regels ook betekenen dat alle andere verenigingen strengere regels zouden moeten gelden, maar dat hoeft helemaal niet. Je kunt immers alleen in de Kieswet strengere eisen stellen aan de statuten van verenigingen en enkel verenigingen toestaan om een kieslijst in te dienen.

    Het minimum zou moeten zijn denk ik:

    – alleen natuurlijke personen mogen lid zijn (dus geen stichtingen, besloten vennootschappen, naamloze vennootschappen etc.)
    – een vereniging die een kieslijst indient moet in de statuten toestaan dat iedereen lid kan worden
    – een vereniging die een kieslijst indient blijft van rechtswege bestaan zolang de Tweede Kamer niet ontbonden is

    Dan hou je nog wel andere vragen, zoals: mogen de leden bepalen wie er op de kieslijst staan (looking at you Pieter Omtzigt, want bij NSC kan dat niet schijnbaar, of althans niet het eerste jaar)?

Leave A Reply